Je stuurt een leerling eruit, maar hij gaat niet!

Wie is er – als het erop aankomt- eigenlijk de baas in de klas? De docent, toch? Die afspraak is voor  iedereen bekend. We leerden het van onze ouders en ondervonden het toen we als kind voor het eerst naar school gingen. Je zou dus denken dat het zonneklaar is wie de leiding heeft in de klas. De praktijk laat echter regelmatig wat anders zien.

Hoe kun je eigenlijk zien of iemand de leiding heeft? De afspraak alleen is niet genoeg. Je moet als docent de leiding némen. Elke leerling kan haarfijn aangeven of een docent de leiding heeft of niet. Leiderschap kun je blijkbaar waarnemen. Hoe?

NON-verbale signalen

Leiderschap kun je afvinken op basis van een aantal non-verbale signalen. Sommigen daarvan kun je beinvloeden. Naar je hand zetten door ze bewust in te zetten. Hieronder bespreek ik er twee.

Tempo bepalen

Een docent die de ware leiding heeft, bepaalt hoe het er aan toe gaat. Het gaat dan om meer dan het stellen en handhaven van de regels. Degene die de leiding heeft, bepaalt bijvoorbeeld het tempo, het ritme van de les.

Deze indicator is een interessante, want het is lang niet altijd de docent die het tempo bepaalt. Vaak doet de klas, of zelfs één leerling dat. Het is waar te nemen bij het klassikaal behandelen van lesstof. De ene docent bepaalt het tempo en neemt de klas mee van opgave naar opgave. De andere docent wacht tot de klas bereid is om naar de volgende opgave te gaan. Tussen de opgaven komt er commentaar uit de groep, geklets tussen leerlingen en een wachtende docent, met de hand richting digiboard klaar om naar de volgende opgave te gaan.

Niet alleen wordt een les daar traag en saai van, het wordt ook een probleem. Als een docent niet de leiding neemt, doet iemand anders dat. In een schoolsituatie is de ander een leerling.  

Voor zowel leerlingen als voor docent ontstaat er zo een onveilige situatie. Dat dit gepaard gaat met stress, het gevoel te weinig controle te hebben en zelfs op te zien tegen lessen bij bepaalde klassen, is goed voor te stellen. 

Comfortabel zijn

Een andere indicator van leiderschap is de mate waarin de docent comfortabel is in zijn rol voor de groep. Comfortabel zijn impliceert ook ontspannen zijn. Dat betekent weer meer natuurlijk leiderschap dan een gespannen docent. Een ontspannen docent neemt ruimte in veroorzaakt weinig ruis.

Een gespannen docent neemt te weinig of veel te veel ruimte in en komt vaak terecht in een strijd TEGEN de klas, oftewel: een strijd om de macht. Opnieuw spelen stress en verlies van controle de docent parten.

Leerlingen zijn expert in het lezen van non-verbale communicatie. En alhoewel ze misschien nog niet zo kundig zijn in het verwoorden van wat ze waarnemen, voelen ze feilloos aan wanneer de docent het leiderschap niet meer in de hand heeft. Stuur er dan nog maar eens iemand uit!

 

Heb je last van discomfort in je positie voor de klas? Voel je aan dat je niet altijd de leiding hebt? Realiseer je dan dat er technieken zijn waarmee je je comfort kunt vergroten. Hoe comfortabeler jij bent, hoe meer ontspannen je oogt. Hoe meer ontspannen je oogt,  hoe beter het je lukt om de regie in handen te houden en MET de klas te functioneren, in plaats van er TEGEN.

Status

In het theater hebben we het niet over leiderschap maar over status. Je hebt een hogere of lagere status dan je tegenspeler. Geen enkele acteur vertelt het publiek welke status hij heeft, maar het publiek snapt de verhoudingen in een fractie van een seconde. De technieken die de acteur hiervoor gebruikt, werken net zo goed voor docenten, leiders, eigenlijk voor elk mens. Met behulp van die technieken blijft het niet bij herkennen en constateren, maar ze helpen je ook bij het beïnvloeden van je eigen status en dus met het verhogen van je comfort in je rol als docent.

 

Het herkennen van statusverschillen tussen twee mensen en het beinvloeden van je eigen status is een programma-onderdeel in de module Lastige situaties in de training Ja, Boeien!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.